Ontwikkelen biologische melkveehouderij in Turkije

In een project van de Europese Unie en de Turkse regering wordt gepoogd de biologische melkveehouderij in de regio Kelkit / Bayburt te ontwikkelen. Via vereniging de Natuurweide is orgANIMprove daarbij betrokken. Op de startbijeenkomst in april 2016 gaven Mette en ik presentaties over biologische principes en uitgangspunten en regels, de kalveropfok, biologische melkveevoeding en diergezondheid. Wij zijn de Turkse taal niet machtig en veel deelnemers spraken nauwelijks of  geen Engels dus alles werd vertaald, wat behalve veel tijd kost ook een direct gesprek haast onmogelijk maakt. In de zaal veel studenten van de universiteiten van Kelkit en Bayburt, een paar voorlichters en een enkele boer, in totaal zo’n 60 luisteraars. De toehoorders zijn minder geneigd vragen te stellen en opmerkingen te maken dan dat in Nederland het geval is. Ze werden echter wel actief toen ze zelf aan het werk gingen met het becommentariëren van voorgelegde praktijksituaties en ze hun oordeel konden toelichten. Iedereen kreeg na de twee dagen cursus een mooi getuigschrift, uitgereikt door de invloedrijke mannen in de regio. 

De melkveehouderij in de Zwarte Zee regio is nauwelijks ontwikkeld. Het is een bergachtig gebied met in de winter temperaturen tot – 40 en in de zomer tot + 40. In april zag alles er nog dor en droog uit met een kaal landschap en nauwelijks bomen. Met een beetje pech kan er slechts een snede gras/luzerne geoogst worden. Tot nu toe word er wel vleesvee gehouden en zijn er slechts enkele (biologische) melkveehouders. We bezochten ze alle drie: een bedrijf van een media magnaat met 350 HF-koeien dat nagenoeg alle ruwvoer, vooral luzerne, van omliggende kleine boeren koopt, met een eigen zuivelverwerking en 40 personeelsleden. Er zijn stallen en voorzieningen voor 1000 koeien, die er oorspronkelijk ook waren. De kostprijs van de melk ligt ver boven de prijs die de melk opbrengt. Vanaf volgend jaar kunnen de koeien een deel van de zomer weiden, nu staan ze ook ’s zomers op stal. Een ander bedrijf had aanvankelijk 70 melkkoeien maar vond het nu met 30 HF-koeien beter te managen en kon de koeien beter gezond en productief houden. Ook hij voerde als ruwvoer hoofdzakelijk luzerne maar ook een deel gras. Deze veehouder was tevreden met biologische melkveehouderij en kon daar de kost mee verdienen. Een derde bedrijf  kon dat niet en de eigenaar klaagde over de geringe medewerking van de overheid bij zijn plannen om het bedrijf van 100 Flekvieh-koeien uit te breiden tot 500 en om te schakelen naar biologisch. Het rantsoen bestond uit snijmais, luzerne en stro aangevuld met krachtvier tot een TMR voor vijf verschillende groepen. Op dit bedrijf was nauwelijks kennis van biologisch melkvee houden, werden koeien niet geweid, was de huisvesting en het stalklimaat verre van optimaal en was er geen mestopslag. Hij had ook een zuivelwinkel in Bayburt voor de verkoop van rauwe melk. De rest van de melk ging naar de stad Trabzon, 2.5 uur rijden.

De biologische melk (en melkproducten) werd hoofdzakelijk in Istanbul (1000 km verder) afgezet. In Kelkit zelf hebben we in de vele winkeltjes wel wat biologisch fruit gezien maar geen biologische melkproducten. Die vraag moet nog ontwikkeld worden. In het vervolg van het project is het de bedoeling om een lesprogramma voor biologische melkveehouderij voor beide universiteiten op te stellen en veehouders  en voorlichters te trainen in de principes van (biologisch) melkvee houden. Het opzetten van studiegroepen of stalscholen om veehouders te laten praten met collega’s, elkaars bedrijven te bezoeken en van elkaar te leren is mogelijk nog eens stap te ver. Nog afgezien van de geslotenheid van de mensen wat betreft hun bedrijf was er vooral angst voor verspreiding van besmettelijke ziekten door bedrijfsbezoeken en was het transport over langere afstanden een belemmering voor zo’n aanpak.