Vrijheid in vrijloopstal?

Eind augustus was ik in Denemarken op een bijeenkomst met boeren, adviseurs en onderzoekers over vrijloopstallen of compost bedded pack barns zoals de Amerikanen dat soort stallen noemen. In Nederland zijn inmiddels meer dan 50 van deze stallen waarin er een grote ligruimte is voor de koeien zonder beperkingen van allerlei ijzerwerk. Het is een moderne potstal met organisch materiaal als bedding: houtsnippers, zaagsel, heideplaggen, riet, stro, hooi en waarin dat materiaal elke dag bewerkt wordt met een rotorkopeg of een cultivator. Op de bijeenkomst werden ervaringen uit Denemarken, de Verenigde staten en Nederland uitgewisseld.

In de competitie om organisch materiaal met de biocentrales in Denemarken en Nederland  worden houtsnippers te duur voor gebruik in stallen. Er wordt dus naarstig gezocht naar ander materiaal, dat voldoende organische stof bevat om vocht op te nemen en warm te worden om de stallen droog te houden en een goed ligbed voor de koeien te vormen. In Amerika was er voldoende houtig materiaal beschikbaar en was de prijs geen probleem met als gevolg dat nieuwe stallen voornamelijk uitgevoerd worden als vrijloopstal. Daar zijn de bouwkosten lager dan van een ligboxenstal (ze hoeven geen dichte vloer te maken) en over de voordelen van de vrijloopstal is geen twijfel: ze geven veel meer vrijheid aan het vee bij liggen en opstaan, beter dierwelzijn door minder beschadigingen, betere klauwen, minder kreupel. Ook het schoon zijn van de koeien is geen probleem als de bodem goed onderhouden wordt. Daar was iedereen het over eens en dat werd ook door resultaten van onderzoek gestaafd.  

De uitdagingen voor de vrijloopstal zoals die er in Nederland zijn, kennen de Amerikanen nog niet en de Denen voor een deel. Ook de Denen proberen greep te krijgen op emissies van ammoniak en broeikasgassen om een toekomst voor dit type stallen te waarborgen. De bevindingen in Nederland met thermoresistente bacterien in gecomposteerd materiaal zijn voor hen vreemd en kunnen tot nu toe niet aangetoond worden. Hier is het gebruik van compost door sommige melkfabrieken verboden op straffe van het niet meer afnemen van de melk. Voor de dieren hebben deze sporen geen enkel nadelig effect. In de discussie kwam naar voren dat bijvoorbeeld de Denen geen gecondenseerde melkproducten maken en het probleem daar in de praktijk dus niet zou bestaan. Het onderzoek concentreert zich op het voorkomen van dat soort sporen of het verwijderen van de sporen uit de melk. Over inpassing in het landschap van grote vrijloopstallen is daar minder aandacht dan in Nederland. Zowel in de US als in Denemarken zijn ze meer gewend aan grote stallen en wonen er veel minder mensen op het platteland.

Voor het dierwelzijn zou het een aderlating zijn als de vrijloopstallen niet geaccepteerd zouden kunnen worden. Iedereen was het eens over het feit dat boeren wereldwijd zeer inventief zijn en soms oplossingen vinden waaraan in onderzoek niet gedacht wordt. Hoe meer boeren dit soort stallen bouwt voor hun koeien of een deel van de koeien, hoe sneller oplossingen gevonden worden om tot een op alle aspecten (dierwelzijn, economie, emissie, melkkwaliteit, landschap) acceptabele stal te komen.