Preventie komt eerst

Samen met het Louis Bolk instituut een drietal workshops over preventieve gezondheidszorg met en voor Rouveen melkveehouders verzorgd. Veehouders kunnen die workshop kiezen uit een aanbod van tien, met zeer verschillende onderwerpen; bodem, grasland, energie, uiergezondheid. Allemaal met het doel bewust met die onderdelen van het bedrijf bezig te zijn en waar mogelijk de puntjes nog meer op de i te zetten. Veehouders worden geacht drie workshops per jaar te volgen en ze doen dat met groot enthousiasme en met een kritische instelling. Zowel in de twee workshops met gangbare veehouders als in de workshop met biologische bedrijven wordt open met elkaar gediscussieerd en vertellen boeren hoe ze zaken aanpakken en oplossen en bevragen ze elkaar naar ervaringen. De veehouders leveren tevoren huiswerk in, o.a. over de grootte van het bedrijf, de productie, voorkomende aandoeningen, over het antibioticagebruik  van de laatste jaren en over de 3 belangrijkste preventieve maatregelen op hun bedrijf. De meningen over het beperken van het antibioticagebruik lopen even ver uiteen als het gebruik zelf: een aantal bedrijven slaagt erin nauwelijks of zelfs helemaal geen antibiotica te gebruiken zonder dat dat gevolgen heeft voor gezondheid en welzijn van het vee en de melkproductie. Andere veehouders durven de stap naar bijvoorbeeld selectief droogzetten nog nauwelijks te maken en volgen de wettelijke verplichtingen. Opmerkelijk is dat zowel biologische als gangbare veehouders regelmatig alternatieve middelen gebruiken en behoefte hebben aan kennis over goede alternatieven voor antibiotica. Ook hiervoor geldt echter, net als bij het gebruik van antibiotica, dat middelen beter werken naarmate de bedrijfsomstandigheden beter passen bij het behoefte van de dieren en het management geen belemmeringen vormt voor het vee. Dus toch eerst preventieve maatregelen en als het dan toch nog mis gaat (be)handelen.